Diensten

Fokadvies & voortplanting

Hond

De eerste loopsheid of vruchtbare periode bij de hond komt meestal voor tussen 6 en 14 maanden.
Kleine rassen worden vroeger loops dan grote rassen. Daarna kunnen ze 1-3x/ jaar loops worden.
De cyclus van een teef duurt ongeveer 6 maanden en is op te delen in 4 fases.
Eerst is de pro-oestrus, deze fase duurt gemiddeld 9 dagen en geeft een bloederige vaginale uitvloei met een opgezwollen vulva.

Daarop volgt de oestrus, die op zijn beurt ook gemiddeld 9 dagen duurt. In deze periode is uw teef het meest vruchtbaar en wordt best dan gedekt. Om het precieze moment te bepalen, meten we de  progesteron concentratie in het bloed. We kunnen dit in huis bepalen en u het resultaat al binnen het kwartier meedelen.

Na de oestrus volgt de met-oestrus of, in geval van dekking, de dracht. Deze fase duurt ongeveer 2 maanden en kan volledig bij ons op de praktijk opgevolgd worden, gaande van de drachtdiagnose vanaf dag 25 en radiografie vanaf dag 45 om het aantal pups te determineren.

De laatste fase is de anoestrus en duurt doorgaans een 3 tot 4 maanden. In deze periode is de baarmoeder in rust, waardoor dit de geschikte periode is om een sterilisatie te laten plaatsvinden indien u dit wenst. Omdat de baarmoeder en eierstokken in deze fase in rust zijn, zorgt dit voor het minste risico op complicaties tijdens en na de operatie.

De ideale leeftijd om te kweken met uw teef is tussen 2 en 6 jaar. Voor de 2 jaar zijn de teefjes vaak nog niet volgroeid en niet matuur genoeg om goeie moedereigenschappen te hebben. Na 6 jaar treden er vaak meer complicaties op en zijn de nestjes ook merkbaar kleiner.

U kunt ook bij ons terecht voor officiële radiografieën, dit om erfelijke aandoeningen uit te sluiten alvorens te fokken. Dit kan vanaf de leeftijd van 12 maanden bij kleinere rassen, waar dit voor grotere rassen 18 bedraagt.

Wanneer een teef geen natuurlijke dekking toelaat kunnen we u helpen bij afnemen van sperma van de reu. Na de afname controleren we het sperma meteen onder de microscoop om te zien of er voldoende kwalitatieve zaadcellen aanwezig zijn. Daarna gaan we over tot inseminatie van de teef.

Schijndracht kan voorkomen bij teven die niet drachtig zijn. Meestal zien we dit ongeveer 2 maanden na de loopsheid. Uw teef kan dan nestgedrag vertonen, aanhankelijker zijn, misselijk zijn, minder energiek zijn, niet graag weggaan van huis, en meer vocaliseren. Maar het meest typerende aan schijndracht zijn de gezwollen melkklieren die bij masseren van de klieren zelfs melk gaan produceren.

De meeste teven zijn niet echt ziek van een schijndracht en hebben bijgevolg geen medicatie nodig. Het belangrijkste om de schijndracht te doorbreken is uw hond afleiden. Indien uw hond toch ernstigere klachten (braken/ niet eten, melkklierontsteking, agressie) zou hebben van de schijndracht kunnen we medicatie toedienen om de deze te beëindigen.

Tip: geef uw teef in de periode na de loopsheid geen piepend speelgoed.

De doorsnee dracht van een teef bedraagt 63 dagen. Omwille van het volume dat de pups innemen in de buik, kan de maag minder uitzetten (zeker in de eindfase van de dracht). Voorzie daarom meerdere kleine maaltijden per dag voor de teef. Daarnaast adviseren we aan om puppyvoeding te geven aan uw teef. Deze is energierijker, en voorziet uw teef van voldoende voedingsstoffen voor zichzelf en haar pups zodat ze in een optimale conditie staat voor de bevalling.

Vaak wordt er geopteerd om de teef te vaccineren tegen het Canine Herpesvirus. Pups worden besmet tijdens de geboorte of nadien door contact met de uitvloeiing van de moeder. Bij de teef kan een infectie resulteren in aborteren, vroeggeboorte, doodgeboren pups of levende, maar zeer zwakke pups. Vaccinatie van de drachtige teef dient op 2 momenten te gebeuren: 7-10 dagen na de dekking, gevolgd door een herhaling 1 tot 2 weken voor de bevalling.

De werpkist moet ongeveer 2 weken voor de bevalling klaar staan zodat de teef hieraan kan wennen.
Bij het kiezen/maken van een werpkist dient u altijd volgende zaken in acht te nemen:

  • makkelijk te reinigen
  • doodligranden voorzien waar pups onder kunnen liggen zonder dat de teef erop gaat liggen
  • warmtebron voorzien voor pups maar zorg er ook voor dat uw teef niet continue in onder / op deze warmtebron moet liggen.

Bij de hond kunt u best de temperatuur opvolgen gedurende de laatste week. Dit kunt u doen door 3x/ dag de temperatuur rectaal te bepalen. Wanneer de temperatuur een daling maakt van +/- 1 graad zal de bevalling starten binnen de 48uur.

In het eerste stadium van de bevalling gaan ze soms wat rusteloos worden, niet meer eten, wat vocaliseren/ hijgen, u kunt ook wat slijmerige uitvloei zien ten gevolge van het openen van de cervixhals. Dit stadium kan enkele uren (6-12u) duren.

Het volgende stadium is de uitdrijvingsfase: de buikcontracties of weeën zijn zichtbaar en worden de pups naar buiten geperst. Deze fase kan 3 tot 12 uur duren. Eenmaal het persen begonnen is moet de eerste pup geboren worden binnen de 30 minuten. Zolang de teef niet perst en normaal gedrag vertoont tussen 2 jongen verloopt alles normaal. Het is mogelijk dat de pups elkaar niet meteen opvolgen, intervallen van 5 tot 120 minuten zijn niet ongehoord.

De laatste fase is de expulsie van de placenta. Placenta’s/ nageboortes kunnen direct na de pup naar buiten komen of soms komen ze achteraf. Het is belangrijk om de placenta’s te tellen, dit aantal moet overeenkomen met het aantal jongen aangezien een achtergebleven placenta problemen kan geven.

Pasgeboren pups moeten gecontroleerd worden op congenitale defecten (open verhemelte of navelbreuk) en de luchtwegen moeten worden vrijgemaakt. Daarnaast moeten de jongen zo snel mogelijks na de geboorte colostrum of moedermelk drinken om zo antistoffen van de mama via de melk op te nemen. De darmen van de jongen is de eerste 8 uren na de bevalling nog doorlaatbaar voor deze antistoffen en zullen de jongen de eerste weken beschermen tegen allerlei infecties. Bovendien is de colostrum een bron van energie, zodat de pups kunnen bijkomen in gewicht. Het blijft dus belangrijk om de jongen elke dag te wegen en hun gewicht op te volgen. Ze moeten elke dag van 5 – 10% van hun lichaamsgewicht bijkomen.

Kat

Katten zijn geslachtsrijp vanaf leeftijd van ca. 6maand en worden doorgaans krols in de “kattentijd” (wanneer de dagen langer worden (januari- augustus). Dan kun je zien dat de kat aanhankelijk is, meer vocaliseert en vaak haar achterwerk in de lucht steekt. Krolsheid duurt gemiddeld tussen 2- 20 dagen afgewisseld met 8-10 dagen van rust.

Tijdens de krolsheid kan de kat gedekt worden. Pas wanneer de kattin gedekt wordt zal ze ovuleren (geïnduceerde ovulatie), dit in tegenstelling tot bij de mens en hond.

Voor genetische aandoeningen zoals polycystic kidney disease (PKD) / hypertrofische cardiomyopathie (HCM) screening kan u ook zeker bij ons terecht, alsook voor bloedgroepbepaling. Dit is vooral een meerwaarde voor fokkers.

De dracht duurt 63 dagen ofwel gemiddeld 9 weken. We kunnen dracht bevestigen met de echo ten vroegste op dag 21 maar liever rond dag 25. Dan zijn de vruchtblaasjes zichtbaar en kunnen we de hartslag in beeld brengen en horen. Het exacte aantal nieuwe levens kunnen we echter niet bepalen aan de hand van de echo, hiervoor moeten we wachten tot de laatste week van de dracht. Vanaf dan zijn de skeletjes voldoende verbeend en kunnen we het aantal jongen bepalen.

In het eerste stadium van de bevalling gaan ze soms wat rusteloos worden, niet meer eten, wat vocaliseren/ hijgen, u kunt ook wat slijmerige uitvloei zien ten gevolge van het openen van de cervixhals. Dit stadium kan enkele uren (6-12u) duren.

Het volgende stadium is de uitdrijvingsfase: de buikcontracties of weeën zijn zichtbaar en worden de kittens naar buiten geperst. Deze fase kan 3 tot 12 uur duren. Eenmaal het persen begonnen is moet het eerste kitten geboren worden binnen de 30 minuten. Zolang de poes niet perst en normaal gedrag vertoont tussen 2 jongen verloopt alles normaal. Het is mogelijk dat de kittens elkaar niet meteen opvolgen, intervallen van 5 tot 120 minuten zijn niet ongehoord.

De laatste fase is de expulsie van de placenta. Placenta’s/ nageboortes kunnen direct na het kitten naar buiten komen of soms komen ze achteraf. Het is belangrijk om de placenta’s te tellen, dit aantal moet overeenkomen met het aantal jongen aangezien een achtergebleven placenta problemen kan geven.

Pasgeboren kittens moeten gecontroleerd worden op congenitale defecten (open verhemelte of navelbreuk) en de luchtwegen moeten worden vrijgemaakt. Daarnaast moeten de jongen zo snel mogelijks na de geboorte colostrum of moedermelk drinken om zo antistoffen van de mama via de melk op te nemen.

De darmen van de jongen is de eerste 8 uren na de bevalling nog doorlaatbaar voor deze antistoffen en zullen de jongen de eerste weken beschermen tegen allerlei infecties. Bovendien is de colostrum een bron van energie, zodat de kittens kunnen bijkomen in gewicht. Het blijft dus belangrijk om de jongen elke dag te wegen en hun gewicht op te volgen. Ze moeten elke dag van 5 – 10% van hun lichaamsgewicht bijkomen.

Spoed

Er zijn situaties waarin het nodig is dat u als eigenaar de dierenarts contacteert.
Veelal is dit tijdens de bevalling zelf als:

  • er meer dan 4 uur tussen 2 jongen zit
  • de moeder perst zonder dat er een kitten/ pup komt
  • kattin/ teef verzwakt
  • er een afwijkende kleur van vaginale uitvloei is

Bij aankomst zal eerst geprobeerd worden de kattin/ teef te helpen via manuele extractie. Indien de kattin/ teef te weinig weeën heeft kunnen we oxytocine inspuiten om de baarmoeder beter te laten contraheren. Indien beide niet helpen wordt er overgegaan tot keizersnede. Ook als er een kitten/ pup in de verkeerde positie gelegen is gaan we over tot een keizersnede.

Bij de hond komt het af en toe voor dat de teef maar van 1 pup drachtig is. In dit geval spreken we over het single pup syndrome, waarbij er nagenoeg altijd zal gekozen worden voor een keizersnede.
Blijft de dracht te lang duren, wordt er na dag 65 ook overgegaan tot een sectio.